Recept vaak op herhaling
12 april 2002, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 137 Nr 15
Bij middelen als cholesterolverlagers, bètablokkers, antidepressiva en slaapmiddelen is het zelfs zo dat in ongeveer 90% van de gevallen hetzelfde geneesmiddel opnieuw door dezelfde apotheek aan dezelfde patiënt wordt meegegeven. Deze cijfers bevestigen niet alleen het chronische karakter van veel geneesmiddelentherapieën, maar ook dat chronische geneesmiddelengebruikers in extreme mate trouw zijn aan hun apotheek. Uit eerder onderzoek van de SFK blijkt dat 91% van de geneesmiddelen binnen een straal van 3 kilometer van het huisadres worden opgehaald. Het chronisch geneesmiddelengebruik stijgt naar mate de leeftijd vordert. De toenemende vergrijzing van de Nederlandse bevolking is daarmee één van de drijvende factoren achter de structurele stijging van de geneesmiddelenuitgaven in ons land.
Gedetailleerde gegevens
De SFK registreert op dit moment alle geneesmiddelenverstrekkingen van 1.400 van de ruim 1.600 openbare apotheken in ons land. Aan de hand van een geanonimiseerd patiëntennummer beschikt de SFK over de medicatiehistorie van de apotheekbezoekers. De SFK kan een patiënt niet identificeren of volgen over verschillende apotheken. Het afgelopen jaar verstrekten de openbare apotheken in ons land 109 miljoen keer een receptgeneesmiddel. Hierbij ging het 35 miljoen keer om een geneesmiddel dat in de daaraan voorafgaande 6 maanden niet eerder aan de betreffende patiënt in de betreffende apotheek was verstrekt. In die gevallen kan het zijn dat de patiënt het geneesmiddel voor het eerst heeft voorgeschreven gekregen, of dat de patiënt het geneesmiddel eerder via een andere apotheek betrokken heeft. Binnen het onderzoek is geen onderscheid gemaakt tussen structurele herhaalreceptuur of geneesmiddelen die alleen een tweede keer zijn voorgeschreven. Zo blijkt 15% van de herhaalreceptuur in de leeftijdscategorie tot 10 jaar een antibioticumrecept te zijn, terwijl antibiotica over het algemeen niet chronisch worden gebruikt.
Bij ouderen 80% chronisch gebruik
Relatief gezien bestaan er geen grote verschillen tussen het chronisch gebruik bij mannen (67%) en bij vrouwen (69%). Wel bestaat er een sterk verband tussen chronisch geneesmiddelengebruik en de leeftijd van de patiënten (figuur 1). Gemiddeld wordt in de leeftijdscategorie tot 40 jaar ongeveer 50% van de verstrekte geneesmiddelen chronisch gebruikt, terwijl dit bij 65-plussers is opgelopen tot 80%.
In de leeftijdscategorie van 10 tot 30 jaar is de anticonceptiepil verantwoordelijk voor een derde van het chronisch geneesmiddelgebruik bij vrouwen.
Hart- en zenuwstelsel
Bij middelen die gericht zijn op het hartvaatstelsel (zoals ACE-remmers, cholesterolverlagers, en bètablokkers) en middelen die gericht zijn op het centraal zenuwstelsel (zoals angstmiddelen, antidepressiva en slaapmiddelen) varieert het aandeel van chronisch gebruikte geneesmiddelen van 86% tot 91%. In 82% van de gevallen dat iemand (voor het eerst) een nieuw geneesmiddel krijgt is dat voorgeschreven door de huisarts. Bij slaapmiddelen is dit 89%, terwijl de behandeling met cholesterolverlagers in 63% van de gevallen door de huisarts wordt geïnitieerd.
Figuur 1: aandeel herhalingsrecepten* naar leeftijd, 4de kwartaal 2001
* herhaalde verstrekking van hetzelfde geneesmiddel via dezelfde apotheek aan dezelfde patiënt
Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen
Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits
onder volledige bronvermelding.