Nederlandse openbare apotheken verstrekten in 2023 voor ruim € 920 miljoen aan geneesmiddelen voor cardiovasculair risicomanagement. De kosten stegen met 10% ten opzichte van 2022 terwijl het aantal gebruikers maar met 2% steeg. Vooral de RAS-remmers zorgden voor de kostenstijging. Aldus de SFK in het Pharmaceutisch Weekblad.
Cardiovasculair risicomanagement (CVRM) richt zich op het voorkomen van hart- en vaatziekten. De groep geneesmiddelen die daarbij wordt ingezet, is niet strak omlijnd. Tot de CVRM-middelen rekent de SFK: antistollingsmiddelen, hartmiddelen, cholesterolverlagers en middelen tegen hoge bloeddruk. Laatstgenoemde groep kent als belangrijkste vertegenwoordigers plasmiddelen, bètablokkers, calciumantagonisten en RAS-remmers. Waarbij de RAS-remmers onder te verdelen zijn in ACE-remmers en AT-II antagonisten.
In 2023 kwamen de geneesmiddelkosten – kosten voor materiaal zonder terhandstelling – voor CVRM-middelen uit op ruim € 920 miljoen, een stijging van € 84 miljoen ten opzichte van 2022. En een stijging van ruim 40% ten opzichte van vijf jaar eerder toen de kosten ruim € 630 miljoen waren. Daar waar de kosten in 2023 stegen met 10%, nam het aantal gebruikers slechts toe met 2,0% naar 4,3 miljoen. De RAS-remmers en de calciumantagonisten laten de grootste procentuele kostenstijging zien ten opzichte van 2022. De kosten voor RAS-remmers namen toe met 17,6% tot € 18 miljoen en de kosten voor calciumantagonisten namen toe met 14,3% tot € 6,3 miljoen.
Stijgers
Opvallend in de kostenstijging zijn de middelen nifedipine (calciumantagonist) en perindopril (ACE-remmer). Beide middelen laten een stijging in kosten zien, maar niet in het aantal gebruikers. Nifedipine is in kosten gestegen met bijna € 3,5 miljoen (44%), waarbij het gebruik nagenoeg gelijk bleef (0,1%). Perindopril steeg in kosten met bijna € 2,1 miljoen (36%), waarbij ook daar het gebruik amper steeg (0,4%). Beide stijgingen zijn toe te schrijven aan een periode van tekorten bij nifedipine en perindopril vorig jaar, waardoor gebruikers moesten uitwijken naar een duurdere variant.
Ook de kostenstijging voor valsar-tan/sacubitril (Entresto, AT-II antagonist met diureticum) is opvallend met bijna € 12,5 miljoen naar € 61,7 miljoen (25%). Door uitbreiding van de vergoedingsvoorwaarden komen meer patiënten hiervoor in aanmerking.
Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kentgetallen. Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits onder volledige bronvermelding.