Nederlandse apotheken verstrekten in 2011 aan 1,8 miljoen vrouwen een pijnstiller uit de groep NSAID’s. Deze groep middelen kent met 23% het grootste aandeel gebruikers onder het vrouwelijke deel van de bevolking, maar dat geldt niet voor alle leeftijdsgroepen.

Om een indruk te krijgen van het geneesmiddelgebruik van de Nederlandse vrouw onderzocht de SFK het aantal vrouwelijke gebruikers per geneesmiddelgroep op ATC3-niveau in 2011. In het onderzoek zijn alle door artsen voorgeschreven geneesmiddelen betrokken, zowel die tot het basispakket van de zorgverzekering behoren als die voor eigen rekening van de patiënt kwamen. Er is uitsluitend gekeken naar het aantal gebruikers per leeftijdsgroep: de duur van het gebruik en de hoogte van de dosering bleven buiten beschouwing.

Uit de cijfers blijkt dat de groep pijnstillers van het NSAID-type in 2011 het grootste aantal verschillende vrouwelijke gebruikers kent. De Nederlandse apotheken verstrekten vorig jaar aan 1,8 miljoen vrouwen minimaal één keer een middel uit deze groep. Het komt erop neer dat 23% van de vrouwelijke bevolking van ons land zo’n middel heeft gebruikt. Maagzuurremmers komen in de ranglijst van geneesmiddelgroepen met het grootste aantal vrouwelijke gebruikers op de tweede plaats met een aandeel van 22%. De groep anticonceptiepillen komt op de derde plaats met een aandeel van 21%. Hieronder volgt in vogelvlucht een inkijk in de gebruikersaantallen in de onderliggende leeftijdsgroepen.

tabel 1: Aantal vrouwelijke gebruikers van geneesmiddelen per ATC3-groep in 2011

Rang Geneesmiddelgroep (ATC3-code) Toepassing Aantal Gebruikers als percentage in deze leeftijdsgroep
1 NSAID (M01A) Bij pijn 1.800.000 23%
2 Maagzuurremmers (A02B) Remt maagzuurproductie 1.700.000 22%
3 Orale anticonceptiva (G03A) Anticonceptie 1.650.000 21%
4 Penicillines (J01C) Antibiotica 1.200.000 16%
5 Dermatica met corticosteroïden (D07A) Bij eczeem 1.000.000 13%
6 Bètablokkers (C07A) O.a. bij hoge bloeddruk 950.000 12%
7 Lokale middelen in de neus (R01A) Ontzwelling 950.000 12%
8 Antihistaminica( R06A) Bij allergie 900.000 11,5%
9 Laxantia (A06A) Bij verstopping 900.000 11,5%
10 Antilipaemica (C10A) Bij cholesterolverlaging 850.000 11%

Vijf geneesmiddelgroepen (ATC3) hebben een miljoen vrouwelijke gebruikers of meer.

De (aller)jongsten

Antibiotica van het penicillinetype zijn in 2011 aan 220.000 meisjes in de leeftijdsgroep tot 10 jaar verstrekt. Ruim een kwart (26%) van de meisjes in die leeftijdsgroep heeft minimaal één kuur van zo’n antibioticum gebruikt. De meisjes uit deze leeftijdgroep die deze middelen in 2011 gebruikten, maken 18% van alle vrouwelijke penicillinegebruikers uit. Neutrale dermatica zonder werkzaam bestanddeel en dermatica met enkelvoudige corticosteroïden werden door ongeveer 11% van de meisjes in de deze leeftijdsklasse gebruikt.

tabel 2: Aantal vrouwelijke gebruikers (0 – 10 jaar) van geneesmiddelen per ATC3-groep in 2011

Rang Geneesmiddelgroep (ATC3-code) Toepassing Aantal Gebruikers als % in de leeftijdsgroep 0-10 jaar
1 Penicillines (J01C) Antibiotica 220.000 26%
2 Neutrale huidmiddelen (D02A) O.a. bij eczeem 96.000 11%
3 Huidmiddelen met corticosteroïden (D07A) O.a. bij eczeem 96.000 11%
4 Sympathicomimetica voor inhalatie (R03A) Luchtwegverwijding 80.000 9%
5 Huidmiddelen met antibiotica (D06A) Bij huidinfecties 75.000 8,5%
6 Lokale middelen in de neus (R01A) Ontzwelling 73.000 8%
7 Laxantia (A06A) Bij verstopping 71.000 8%
8 Antihistaminica( R06A) Bij allergie 66.000 7,5%
9 Lokale antischimmelmiddelen (D01A) Bij huidinfecties 57.000 6,5%
10 Oogdruppels met antibacterieel middel (S01A)

Bij ooginfecties

55.000 6,5%

Tienermeiden

In de leeftijdscategorie tussen de 10 en de 20 jaar treedt het gebruik van de anticonceptiepil op de voorgrond. Apothekers verstrekten de anticonceptiepil aan 330.000 meiden (37%). Pijnstillers van het NSAID-type vonden hun weg naar 115.000 gebruiksters (13%). Zowel antihistaminica (tegen allergie) en de penicillines zijn aan 11% van de vrouwelijke tieners verstrekt.

tabel 3: Aantal vrouwelijke gebruikers (11 – 20 jaar) van geneesmiddelen per ATC3-groep in 2011

Rang Geneesmiddelgroep (ATC3-code) Toepassing Aantal Gebruikers als % in de leeftijdsgroep 11-20 jaar
1 Orale anticonceptiva (G03A) Anticonceptie 330.000 37%
2 NSAID (M01A) Bij pijn 115.000 13%
3 Antihistaminica( R06A) Bij allergie 100.000 11%
4 Penicillines (J01C) Antibiotica 98.000 11%
5 Lokale middelen in de neus (R01A) Ontzwelling 92.000 10%
6 Huidmiddelen met corticosteroïden (D07A) O.a. bij eczeem 85.000 9%
7 Sympathicomimetica voor inhalatie (R03A) Luchtwegverwijding 61.000 7%
8 Overige antibiotica (J01X) Bij infecties 61.000 7%
9 Diverse mondmiddelen (A01A) Vooral. cariesprofylaxe 54.000 6%
10 Laxantia (A06A) Bij verstopping 49.000 5,50%

Jonge vrouwen

In leeftijd van 21 tot 40 jaar gebruikt bijna 50% van de vrouwen de anticonceptiepil. De top 5 van de geneesmiddelgroepen die onder deze jonge vrouwen de meeste gebruikers kent, is vergelijkbaar met die van de tieners; wel ligt het aandeel van de 21- tot 40-jarige vrouwen dat deze geneesmiddelen gebruikt hoger. Voor NSAID’s bedraagt dit 26%, en voor penicillines en antihistaminica beide ongeveer 15%.

tabel 4: Aantal vrouwelijke gebruikers (21 – 40 jaar) van geneesmiddelen per ATC3-groep in 2011

Rang Geneesmiddelgroep (ATC3-code) Toepassing Aantal Gebruikers als % in de leeftijdsgroep 21-40 jaar
1 Orale anticonceptiva (G03A) Anticonceptie 950.000 49%
2 NSAID (M01A) Bij pijn 500.000 26%
3 Penicillines (J01C) Antibiotica 300.000 16%
4 Antihistaminica( R06A) Bij allergie 280.000 15%
5 Lokale middelen in de neus (R01A) Ontzwelling 270.000 14%
6 Maagzuurremmers (A02B) Remt maagzuurproductie 240.000 12,50%
7 Huidmiddelen met corticosteroïden (D07A) O.a. bij eczeem 230.000 12%
8 Vaginale antimicrobiële middelen (G01A) Vooral antischimmelmiddelen 230.000 12%
9 Overige antibiotica (J01X) Bij infecties 180.000 9,50%
10 Laxantia (A06A) Bij verstopping 170.000 9%

Niet meer piep

In de groep van 41 tot 65 jaar zijn NSAID’s door 820.000 vrouwen gebruikt. Dat is in deze leeftijdsgroep bijna 30%. Voor de nummer 2, maagzuurremmers, ligt dit aandeel op 26%, terwijl nog slechts 13,5% van de vrouwen de anticonceptiepil gebruikt. Datzelfde percentage gebruikers geldt voor de gebruikers van middelen die lokaal in de neus worden toegepast, onder meer ter ontzwelling van het neusslijmvlies, en penicillines.

tabel 5: Aantal vrouwelijke gebruikers (41 – 65 jaar) van geneesmiddelen per ATC3-groep in 2011

Rang Geneesmiddelgroep (ATC3-code) Toepassing Aantal Gebruikers als % in de leeftijdsgroep 41-65 jaar
1 NSAID (M01A) Bij pijn 825.000 30%
2 Maagzuurremmers (A02B) Remt maagzuurproductie 730.000 26,50%
3 Orale anticonceptiva (G03A) Anticonceptie 380.000 14%
4 Lokale middelen in de neus (R01A) Ontzwelling 370.000 13,50%
5 Penicillines (J01C) Antibiotica 370.000 13,50%
6 Huidmiddelen met corticosteroïden (D07A) O.a. bij eczeem 355.000 13%
7 Antidepressiva (N06A) Bij depressie 350.000 13%
8 Bètablokkers (C07A) O.a. bij hoge bloeddruk 345.000 12,50%
9 Antihistaminica( R06A) Bij allergie 340.000 12,50%
10 Kalmeringsmiddelen (N05B) Bij onrust 325.000 12%

Over de helft

Maagzuurremmers worden door 53% van de 65-plus vrouwen gebruikt. Aan de geneesmiddelgroepen die in deze leeftijdsgroep op plaats 2 tot en met 4 voorkomen is te zien dat het lichamelijk functioneren ondersteund moet worden door dagelijks gebruik van geneesmiddelen die een cardiovasculaire toepassing hebben. Antistollingsmiddelen, bètablokkers en cholesterolverlagers worden respectievelijk door 43%, 40% en 38% van de vrouwen ouder dan 65 jaar gebruikt.

tabel 6: Aantal vrouwelijke gebruikers (65 jaar en ouder) van geneesmiddelen per ATC3-groep in 2011

Rang Geneesmiddelgroep (ATC3-code) Toepassing Aantal Gebruikers als % in de leeftijdsgroep 65 jaar en ouder
1 Maagzuurremmers (A02B) Remt maagzuurproductie 720.000 53,50%
2 Antithrombotica (B01A) Antistolling 580.000 43%
3 Bètablokkers (C07A) O.a. bij hoge bloeddruk 550.000 40,50%
4 Antilipaemica (C10A) Cholesterolverlaging 520.000 38%
5 NSAID (M01A) Bij pijn 360.000 27%
6 Laxantia (A06A) Bij verstopping 330.000 24,50%
7 ACE-remmers Bij hoge bloeddruk 285.000 21%
8 Slaapmiddelen (N05C) Bij slapeloosheid 260.000 19,50%
9 Huidmiddelen met corticosteroïden (D07A) O.a. bij eczeem 250.000 19%
10 Kalmeringsmiddelen (N05B) Bij onrust 250.000 19%
Bron: De Stichting Farmaceutische Kengetallen
Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kentgetallen. Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits onder volledige bronvermelding.