Gemiddeld verstrekt een openbare apotheek aan ruim 700 personen een geneesmiddel voor astma of COPD. Met de vernieuwde webrapportage ‘Zorgondersteuning Astma/COPD’ van de SFK en de KNMP heeft de apotheker een instrument om de zorg voor deze groep te optimaliseren en deze aan te tonen.

Sinds mei 2010 biedt de SFK de mogelijkheid aan deelnemende apotheken om de zorg aan mensen met astma en/of COPD vast te leggen in de webrapportage ‘Zorgondersteuning Astma/COPD’. Deze rapportage ondersteunt de apotheker ten aanzien van een aantal relevante aandachtspunten bij patiënten die mogelijk extra aandacht nodig hebben. Reacties uit het veld brachten de SFK en de KNMP samen ertoe om een nieuwe, verbeterde versie te ontwikkelen. Sinds eind februari staat deze de apothekers ter beschikking. Naast verhoging van het gebruiksgemak en inhoudelijke aanscherping van selectiecriteria, is het driestappenplan verduidelijkt.

Zorg in drie stappen

De apotheker doorloopt de vernieuwde webrapportage Zorgondersteuning astma/COPD in drie stappen.
Stap 1 bestaat uit het opsporen van patiënten op basis van verstrekkingsgegevens die apotheken aan de SFK aanleveren. In eerste instantie betreft het een basisselectie, die bestaat uit patiënten die in de afgelopen twaalf maanden geneesmiddelen voor astma en/of COPD hebben gebruikt. Specifieke selectiecriteria bij astma/COPD kunnen deze selectie verder verfijnen. De eerste stap sluit de apotheker af door die patiëntengroep te kiezen waaraan hij de farmaceutische zorg wil verbeteren. De geselecteerde patiënten komen in een patiëntmonitor die naast basale gegevens van de patiënten ook gegevens toont die nuttig zijn voor de verbetering van de zorg.
Stap 2 biedt de mogelijkheid om de farmaceutische zorg en specifiek geneesmiddelinterventies vast te leggen. Voor een gesprek over de patiënt met de huisarts is in de patiëntmonitor een formulier beschikbaar. Dit formulier geeft een overzichtelijke samenvatting van de gegevens uit de patiëntmonitor.
Stap 3 maakt het effect van de inspanningen van de apotheek voor patiënten met astma en COPD duidelijk. Hiertoe staan de apotheker tabellen ter beschikking, waarmee hij — indien gewenst per zorgverzekeraar — kan laten zien welke zorg is geleverd en wat het effect is geweest.

Waarom meedoen?

Een gemiddelde apotheek verstrekte in 2010 aan gemiddeld ruim 700 patiënten geneesmiddelen voor astma of COPD. De aandachtpunten in de webrapportage zijn gericht op mogelijk suboptimale farmacotherapie en liggen op het gebied van overgebruik, inhalatietechniek en therapietrouw. Zo biedt de webrapportage de mogelijkheid om patiënten te selecteren op basis van het aantal stootkuren orale corticosteroïden of antibiotica die mensen in het afgelopen jaar hebben gekregen. Omdat deze middelen een toepassing kennen bij een tijdelijke verergering van de klachten van astma en COPD, kan verstrekking een mogelijke indicatie zijn voor niet optimaal geneesmiddelgebruik. In 2010 ontving 45% van de gebruikers van geneesmiddelen bij astma en COPD één of meerdere van deze stootkuren. Bij 21% van de patiënten bleef dat bij één stootkuur, maar bij 6% waren dat er 5 of meer.
In de Zorgondersteuning Astma/COPD komen ook aandachtspunten aan de orde die aansluiten bij de kwaliteitsindicatoren uit de basisset van de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de KNMP. Eén daarvan is het gebruik van orofaryngeale (in de keel toegepaste) antimycotica (indicator 18b uit de basisset 2010). Het blijkt dat in 2010 per apotheek gemiddeld aan 4 patiënten die een inhalatiecorticosteroïd gebruiken ook een antimycoticum is verstrekt. Dit zou erop kunnen duiden dat bij die patiënten de inhalatietechniek mogelijk niet optimaal is. Hernieuwde instructie is dan op zijn plaats. Een andere kwaliteitsindicator uit de basisset 2010 (nummer 39) gaat in op de patiënten die overmatig bronchusverwijders gebruiken zonder gelijktijdig gebruik van inhalatiecorticosteroïden. Genoemde aandachtspunten zijn niet alleen onderdeel van de webrapportage Zorgondersteuning Astma/COPD, maar ook van de eveneens recent vernieuwde SFK–webrapportage KISS. Apotheken die onvoldoende scoren op genoemde indicatoren in KISS, kunnen bijbehorende patiënten extra zorg bieden door deze te volgen in de zorgondersteuningsmodule.

 

 

figuur 1: Het aantal stootkuren orale corticosteroïden in 2010 bij gebruikers van geneesmiddelen bij astma of COPD

In 2010 ontving 45% van de astma/COPD patiënten één of meerdere stootkuren.



tabel 1: Aantal patiënten gemiddeld per apotheek per aandachtpunt in 2010

Aandachtpunten Aantal patiënten
Basisselectie (astma/COPD medicatie) 727
Astma/COPD
1. Twee of meer stootkuren per jaar zonder ICS 47
2a. Overgebruik: > 2 inhalaties per week kortwerkende bronchusverwijders zonder ICS 28
2b. Overgebruik:> 2 inhalaties per dag kortwerkende bronchusverwijders zonder ICS 17
3a. Overgebruik: > 2 inhalaties per week kortwerkende bronchusverwijders met ICS 71
3b. Overgebruik:> 2 inhalaties per dag kortwerkende bronchusverwijders met ICS 48
4. Gebruik onderhoudsdosering langwerkende luchtwegverwijders zonder gebruik van ICS 44
5. Overdosering gebruik ICS bij kinderen 5
Suboptimale therapie
6. Gebruik van acetylcysteïne, cromoglycinezuur of nedocromil 16
7. Gebruik van (niet) selectieve betablokkers 14
8. Gebruik van NSAID’s en salicylaten 167
9. Gebruik van opioiden en codeïne 66
10. Gebruik van parasympathicomimetica 3
Inhalatie
11. Gebruik van zowel een poederinhalator als een dosisaerosol 94
12. Gebruik van antimycotica bij gebruik ICS 4
13. Gebruik poederinhalator door ouderen (>75 jaar) 53
14. Gebruik dosisaerosol zonder (nieuwe) voorzetkamer 102
Therapietrouw
15. Langwerkende luchtwegverwijders: afgedekte dagen 120% 95
16. Langwerkende luchtwegverwijders: mogelijk gestopt 31
17. ICS: afgedekte dagen tussen 120% 229
18. ICS: mogelijk gestopt 25
Behandeldoel niet bereikt
19. Langdurig gebruik van ICS (astma kinderen, COPD) 125
20. COPD patiënten met 2 of meer stootkuren per jaar ondanks behandeling met ICS 111
21. Astma patiënten met drie of meer stootkuren 30
22. Kinderen met hoge dosering ICS (> 3 maanden of > 1 predniso(lo)nkuur afgelopen jaar) 4
Roken
23. Geen medicatie voor stoppen met roken 709
Stootkuren in afgelopen jaar
1 of meer stootkuren 330
2 of meer stootkuren 175
3 of meer stootkuren 98
4 of meer stootkuren 61
5 of meer stootkuren 40



Meer informatie over de vernieuwde webrapportage vind u op deze website via Zorgondersteuning Astma/COPD.

Het is mogelijk de webrapportage Zorgondersteuning Astma/COPD in te zien voordat u zich abonneert. U kunt daarvoor contact opnemen met de SFK helpdesk. U ontvangt een gebruikersnaam en wachtwoord waarmee u tijdelijk toegang heeft tot webrapportages van een demo-apotheek.

Indien u zich wilt aanmelden, dan kan dit via: Online abonneren

 

 

Bron: De Stichting Farmaceutische Kengetallen
Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kentgetallen. Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits onder volledige bronvermelding.