Van de protonpompremmers zijn in 2008 16% meer DDD's verstrekt dan in 2007. Met een stijging van 52 miljoen is deze groep op ATC4-niveau daarmee koploper. Daarnaast staan geneesmiddelen bij hart en vaataandoeningen met vier vertegenwoordigers in de Top 10 van stijgers.

Binnen het ATC-classificatiesysteem van de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) staat het 4de niveau voor chemisch verwante geneesmiddelen met dezelfde farmacotherapeutische toepassing. Gebruikscijfers op ATC4-niveau geven inzicht in de mate waarin geneesmiddelengroepen worden toegepast. Binnen het geneesmiddelvergoedingssysteem (GVS) worden geneesmiddelen met een zelfde ATC4-code meestal als onderling vervangbaar beschouwd. Daardoor hebben vaak alle geneesmiddelen binnen één ATC4-groep dezelfde vergoedingslimiet uitgedrukt in euro’s per standaarddagdosering (DDD).

Protonpompremmers

De groep geneesmiddelen met de grootste afzetstijging in 2008, uitgedrukt in DDD’s, zijn de protonpompremmers.1 Met een toename van 52 miljoen (+16%) kwam het aantal DDD’s in 2008 uit op 372 miljoen. Protonpompremmers zijn maagzuurremmers, die de aanmaak van maagzuur verminderen. De sterkste stijger (+19%) binnen deze groep is omeprazol, die verantwoordelijk is voor iets meer dan de helft van het totaal aantal verstrekte DDD’s van de protonpompremmers.

RAAS-remmers

Op de tweede en derde plaats staan twee geneesmiddelgroepen die beide tot de RAAS-remmers behoren. RAAS staat voor het renine-angiotensine-aldosteronsysteem, waarvan de remming via een complex mechanisme resulteert in bloeddrukverlaging. De angiotensine-II-antagonisten nemen met een toename van 20 miljoen DDD (+9%) de 2de positie in, terwijl de groep ACE-remmers,op de 3de plaats staat.

Anticonceptiva

Ook de anticonceptiva zijn met twee groepen vertegenwoordigd binnen de top 10 van stijgers op ATC4-niveau. De intra-uteriene anticonceptiva met progestageen heeft slecht één vertegenwoordiger, het spiraaltje met het progestageen levonorgestrel (merknaam Mirena®), dat in 2008 een toename van 12 miljoen DDD’s (+15 %) kende. Hoewel één spiraaltje gedurende 5 jaar (1825 dagen) 20 g levonorgestrel per 24 uur afgeeft wordt officieel met het aantal van 1000 DDD’s per spiraaltje gerekend. De groep geneesmiddelen die de top-10 van stijgers sluit is die van de oestrogenen met progestagenen in vaste verhouding, de éénfase anticonceptiepil. Met een toename van 9 miljoen DDD’s (+2%) werden in 2008 hiervan in totaal 503 miljoen DDD’s verstrekt. Deze hoeveelheid is genoeg om deze groep in 2008 tot de groep met de meest verstrekte DDD’s op ATC4-niveau te verklaren.

Achterblijvers en dalers

Over de gehele linie bedroeg de toename van het aantal verstrekte DDD’s in 2008 zo’n 3,5%. Hierdoor is de éénfase anticonceptiepil een relatieve achterblijver. Dat geldt ook voor de cholesterolverlagers van het statine-type, de nummer 2 van de meest verstrekte DDD’s op ATC4-niveau. Van deze groep geneesmiddelen werden vorig jaar in totaal 455 miljoen DDD’s verstrekt, net geen 1 miljoen (0,2%) meer dan in 2007.
Met 26% (bijna 10 miljoen DDD’s) minder verstrekte DDD’s dan in 2007 was de relatief sterkste daler de uit rosiglitazon en pioglitazon bestaande groep. Dit zijn orale antidiabetica. Absoluut gezien was de groep bestaande uit een combinatie van een ace-remmer met een plasmiddel de sterkste daler met 6 miljoen (-13%) minder DDD’s.

Relatief sterke stijgers

Van de geneesmiddelgroepen waarvan er op ATC4-niveau in 2008 meer dan 10 miljoen DDD’s verstrekt zijn, is de groep centraalwerkende sympaticomimetica, waartoe de middelen behoren die bij ADHD worden toegepast, met een toename van 27% het sterkst gestegen. De groep langwerkende insulines volgt met 26%, terwijl de 3de plaats met 25% stijging wordt ingenomen door de combinatie simvastatine met etizimib, tot dusver de enige representant van de groep statines met andere antilipaemica.

 

Tabel 1: Top-10 Afzetstijging van geneesmiddelgroepen op ATC4-niveau in 2008 (op basis van DDD’s).

Geneesmiddelgroep ATC4 Toepassing Aantal DDD’s (x milj.) Stijging DDD’s (x milj.) relatieve stijging
1 Protonpompremmers A02BC Maagzuurremmers 372 52 16%
2 Angiotensine-II-antagonisten C09CA Bloeddrukverlagers 237 20 9%
3 Ace-Remmers C09AA Bloeddrukverlagers 371 19 5%
4 Trombocytenaggregatierem-mers B01AC voorkoming bloedstolling 376 18 5%
5 Calciumantagonisten (dihydropyridinederivaten) C08CA Bij angina pectoris e.a. 226 14 7%
6 Biguaniden A10BA Oraal bloed-glucoseverlagend middel 114 13 13%
7 Intra-Uteriene Anticonceptiva G02BA Voorkomen zwangerschap 91 12 15%
8 Selectieve bètablokkers C07AB Bloeddrukverlaging e.a. 240 10 4%
9 Calcium met andere middelen A12AX Botontkalking 57 10 21%
10 Orale anticcpnceptiva G03AA Voorkomen zwangerschap 503 9 2%

 

Protonpompremmers waren in 2008 koploper qua toename DDD's. Daarnaast staan ook vier vertegenwoordigers van geneesmiddelen bij hart- en vaataandoeningen in deze Top 10 van stijgers.

1 Sinds de invoering van de nieuwe tariefstructuur (juli 2008) zijn afzetcijfers gebaseerd op DDD’s geschikter als maat voor vergelijking dan die gebaseerd op aantal voorschriften. De DDD (Defined Daily Dose), oftewel standaarddagdosering, is de theoretische hoeveelheid van een geneesmiddel die per dag moet worden gebruikt, niet te verwarren met de PDD (Prescribed Daily Dose), de feitelijke dosering die wordt voorgeschreven en hiervan kan afwijken.

Bron: De Stichting Farmaceutische Kengetallen
Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kentgetallen. Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits onder volledige bronvermelding.